-
Het Rijkswerkkamp De Fledders, ten zuidoosten van Norg, is in de jaren dertig gebouwd in het kader van de werkverschaffing. Vanaf juli 1942 bood het plaats aan 120 joodse dwangarbeiders. De mannen werden ondergebracht in een grote barak bestaande uit vier kamers. Verder was er nog een wc-barak, een kantine, een machinekamer en een opzichterswoning.
Harry de Metz schreef op 12 juli: 'De kampleider is een streng en rechtvaardig iemand, en ik geloof dat we het niet slecht getroffen hebben wat dat aangaat. (…) Het hele kamp is omgeven met prikkeldraad, bewegingsvrijheid is er helemaal niet. Dus 0 uur per week vrij. Pakjes mogen we niet ontvangen, rookerskaarten afgenomen, eten heel weinig. (…) Het is een verlaten oord waar in de buurt geen huis te bekennen is. Het is allemaal zo vreemd en verlaten, we moeten helemaal wennen, en dat zal wel moeilijk zijn. Bezoek mogen we natuurlijk helemaal niet ontvangen. En het is hier net als militaire dienst. Alles model en op de klok.'
S. Slager schreef op 25 juli: 'Ik ben gezond en heb mij reeds bij het kampleven aangepast. Het werk is weliswaar moeilijk, maar het is te doen. En al zijn wij 's avonds als wij van het werk thuiskomen zeer vermoeid. Na een 'grote schoonmaak' en een goed toebereiden stamppot zijn wij allen zeer frisch en springlevend. Er heerscht hier een goede stemming. Er wordt gekaart, gebiljart, zelf wel eens gemusiceerd.'
In dezelfde periode schreef Harry de Metz: 'Ik loop nu met kruiwagens met zand en moet er 16 per uur doen, 40 meter verbrengen en zelf inscheppen. Dus dat valt niet mee. Ik loop zo'n hele dag 12,5 km, op planken dat je er duizelig van wordt, maar ik bijt op mij tanden.
Na het werk moest er nog een uur gemarcheerd worden. Reeds om negen uur 's avonds lagen de dwangarbeiders op bed.In de nacht van 2 op 3 oktober 1942 gingen de dwangarbeiders op weg naar kamp Westerbork. Harry de Metz schreef aan zijn verloofde: 'Liefste nog even een briefkaartje. We zitten klaar voor vertrek uit Norg en dus officieel de stap naar het onbekende.'
In de loop van 1943 werden korte tijd vrouwen, afgedankte minaressen van Duitse officieren, en hun kinderen in De Fledders ondergebracht.
Na de oorlog diende het kamp voor de internering van NSB'ers en van collaboratie verdachte personen. In de jaren vijftig werden er Molukkers ondergebracht. In 1959-1960 verdween de laatste barak. Niets doet meer aan het voormalig Rijkswerkkamp herinneren. De woeste gronden van toen zijn nu landbouwgronden.
-
Monumenten De Fledders
Op 2 oktober 2002 was het precies zestig jaar geleden dat de joden uit de werkkampen in Nederland werden weggehaald. In Ybenheer en Diever A en B werden die dag monumenten onthuld ter herinnering aan de joodse dwangarbeiders die de oorlog niet overleefden. De monumenten zijn een initiatief van de Stichting Joodse Werkkampen in Friesland en Drenthe. De Stichting wil de werkkampen in It Petgat, Diever A en B, De Landweer, Ybenheer en Vledder uit de vergetelheid halen.De monumenten zijn ontworpen en gemaakt door MBO-cursisten van het Friesland College in Leeuwarden. Vanuit drie verschillende beroepsopleidingen hebben tien jonge mensen zeer gemotiveerd samengewerkt aan het resultaat. In april 2003 werden soortgelijke monumenten onthuld in It Petgat en De Landweer en op 4 mei 2007 in De Fledders. De monumenten bestaan uit twee gebogen betonnen palen met daartussen een hellende glasplaat.
De palen doen denken aan de bekende betonnen palen met prikkeldraad, die rond veel concentratiekampen stonden. De cursisten hebben daarmee een verband willen leggen met het uiteindelijke lot van bijna alle joodse dwangarbeiders. In de glazen plaat zijn prikkeldraden geëtst, waartussen tekst is aangebracht. Naast informatie over de werkkampen, bevat de tekst een gedicht van Jaqueline van der Waals over de niet aflatende plicht om tegen onrecht te strijden.
-